14.208 Meetnet Agrarische Soorten (MAS)
Soort protocol
Onderzoeksmethode
Omschrijving protocol
Het Meetnet Agrarische Soorten (MAS) volgt broedvogels van het agrarisch gebied. Dit beslaat het grootste deel van Nederland en veel soorten vertonen een sterke achteruitgang. MAS kost weinig tijd, maar levert belangrijk cijfermateriaal op over verspreiding en aantalsontwikkeling.
Doel
Aantallen en verspreiding vastleggen van min of meer algemene ‘boerenlandvogels’, in aanvulling op andere broedvogeltellingen (BMP). Agrarisch gebied omvat graslanden, akkers en kleinschalig landschap.
Welke soorten
Alle soorten worden geteld. In de praktijk gaat het doorgaans om ongeveer 40 soorten.
Werkwijze
Vier tellingen per seizoen gedurende 2×5 minuten. Tellingen vinden plaats in de perioden: 1-20 april, 21 april–10 mei, 11 mei-10 juni en 21 juni-15 juli. Alle waarnemingen worden op kaart ingetekend met een vereenvoudigde broedcode en de periode waarbinnen ze zijn gezien (eerste, tweede en beide 5 minuten)