14.011 Beheermonitoring weidevogels Utrecht
Soort protocol
Onderzoeksmethode
Omschrijving protocol
Er worden twee gebiedsdekkende inventarisatierondes uitgevoerd binnen het broedseizoen van de Grutto. De werkwijze volgt zoveel mogelijk die van het Broedvogelmonitoring Project (BMP, van Dijk & Boele 2011). Vergeleken met het BMP worden er alleen minder bezoekrondes uitvoerd; deze zijn wel zo goed mogelijk afgestemd op het broedseizoen van de Grutto. De overige aanwezige weidevogelsoorten worden op kaart ingetekend om informatie te verzamelen over hun huidige verspreiding. Met prototocol 14.011 worden alleen de territoria van Grutto’s opgenomen.
Behalve Grutto’s worden ook alle andere weidevogelsoorten genoteerd (Kievit, Scholekster, Tureluur, Veldleeuwerik, Graspieper, Gele kwikstaart, Zomertaling, Slobeend, Patrijs, Kuifeend, Krakeend, Wintertaling, Kemphaan, Wulp, Tafeleend, Bergeend, Knobbelzwaan, Watersnip, Kwartel en Kwartelkoning) volgens de richtlijnen van het BMP. Deze soorten worden als losse waarnemingen geladen via protocol 14.100.
VAN DIJK A.J. & BOELE A. 2011. Handleiding Sovon Broedvogelonderzoek. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.
Bestanden
14.011 – Korte omschrijving protocol
14.011 – Protocol Beheermonitoring weidevogels Utrecht