Direct naar inhoud

Data aanleveren via een API-koppeling 

De NDFF heeft een API voor het ontvangen en uitlezen van data. API staat voor Application Programming Interface en is een koppeling waarmee je data kunt uitwisselen tussen twee software-systemen. De API is een zogenaamde REST-service en kan worden gebruikt om data in de NDFF te laden. 

NDFF API 2.0

Met de huidige versie van de NDFF API (2.0) kun je datasets aanbieden en wijzigen, voorzien van een protocol en eventuele extra attribuutinformatie, waaronder een locatie.

Alle attribuutwaarden die gedefinieerd staan in het NDFF-woordenboek kunnen worden aangeboden. Per domein kunnen personen worden geregistreerd die een rol hebben bij datasets en waarnemingen. Ook is een mogelijkheid om een pakket van datasets en waarnemingen in een keer aan te bieden met een bulkset. Zie ook de richtlijnen bij bulkinvoer.

Er is ook een gebruiksvriendelijke QGIS plugin waarmee data aan de NDFF geleverd kan worden. Meer informatie over de NDFF API, de QGIS-plugin en het aanleveren van grote datasets vind je op het Helpcentrum van de NDFF.

Veelgestelde vragen over aanleveren aan de NDFF

  • Hoe kan ik contact opnemen met de NDFF?

    Hoe je contact kunt opnemen met de NDFF vind je op deze pagina Hulp en Contact.

  • Hoe kan ik waarnemingen doorgeven aan de NDFF? 

    De meest gebruikte apps voor losse waarnemingen zijn de NDFF Invoer app, ObsIdentify en Waarneming.nl. Voor inventarisaties in het kader van NEM bestaan specifieke apps. Informatie daarover vind je bij de betreffende soortenorganisatie. Voor professionele monitoring bestaan ook diverse apps; deze zijn deels aangesloten op de NDFF. Daarnaast komen er onder andere waarnemingen binnen via de verspreidingsatlas en heel specifieke bronnen, bijvoorbeeld via de app Ambrosia Alert. 

  • Iedereen kan in principe onjuiste, maar wel waarschijnlijke data invoeren? Hoe gaat de NDFF daar mee om?

    Binnen de waarnemerscommunity vindt een zekere mate van controle plaats: bijzondere waarnemingen trekken aandacht. Hoe belangrijker de waarneming, hoe meer controle plaatsvindt. Als iemand een oranjetipje (vlinder) invoert op een plaats waar een populatie zit, is het niet zo erg als de waarneming niet klopt want het heeft geen invloed op het verspreidingsbeeld. Bij het invoeren van een waarneming van bijvoorbeeld een wolf is er minimaal een goede foto nodig en eventueel ook DNA. In de meetprogramma’s worden dubbeltellingen en herhaalbezoeken uitgevoerd. In de transitie van de NDFF, is fraudebestrijding een aandachtspunt, met een focus op waarnemingen met het hoogste risico. 

    Lees meer over de transitie van de NDFF.

  • Hoe lang duurt het voordat mijn waarneming is gevalideerd? 

    Waarnemingen die door de automatische validatie komen, zijn binnen twee dagen zichtbaar in de NDFF. Bij handmatig valideren kan er meer tijd overheen gaan. Hoe veel tijd is afhankelijk van de soortgroep en de periode. Beleidsrelevante soorten of professionele datastromen worden met voorrang door soortexperts gevalideerd, grotendeels binnen drie maanden.

    Tijdens veldwerkperioden en als er veel waarnemingen binnen komen, duurt het langer. De validatieteams per soortgroep variëren sterk in bezetting en capaciteit, wat er voor kan zorgen dat het valideren even op zich kan laten wachten.

  • Wat is een protocol? 

    Een protocol is een gestandaardiseerde telmethode. Het protocol geeft informatie over de wijze waarop waarnemingen zijn verzameld. Het is mogelijk dat er geen protocol is gebruikt (‘losse waarnemingen’), of een van de vele gestructureerde inventarisatieprotocollen.
    Het protocol bepaalt de waarde van een waarneming. Een losse waarneming van een Zwarte specht geeft weinig informatie, alleen dat die soort op dat moment is gezien. Een territoriumstip vanuit een NEM-protocol is vastgesteld na meerdere bezoeken, op gunstige momenten en vertelt veel meer over wat er is gezien, en wat niet.
     
    Bekijk de overzichtspagina Protocollen