17.001 Inventarisatie muizen met inloopvallen
Soort protocol
Onderzoeksmethode
Omschrijving protocol
Bij het onderzoek met inloopvallen wordt getracht voor noordse woelmuis en waterspitsmuis aanwezigheid, dan wel afwezigheid vast te stellen voor die kilometerhokken waarvan met behulp van braakbalanalyse geen data verkregen kunnen worden. Werkzaamheden bestaan uit het plaatsen van inloopvallen (in elk te onderzoeken kilometerhok een raai van 10×2 inloopvallen) binnen het verspreidingsgebied van de te onderzoeken soort.
Bij het onderzoek naar Noordse woelmuis wordt 2 nachten gevangen (4 controles), bij Waterspitsmuis 3 nachten (6 controles). Alle data worden op puntniveau genoteerd met omschrijving van vegetatie en structuur. Voor het vastleggen van de gegevens wordt gebruik gemaakt van een ‘vallenformulier’ (zie pdf).
Het onderzoek met inloopvallen wordt altijd uitgevoerd volgens protocol. Wanneer het om een (losse) inventarisatie gaat wordt het veldwerk alleen uitgevoerd door personen met voldoende veldkennis van de soorten en met name van de doelsoort. Goede kennis staat garant voor validatie van de gegevens. Bovendien wordt voor elke locatie (raai) waar de doelsoort aangetroffen wordt, minimaal één foto van een gevangen exemplaar van de doelsoort genomen, zodat de determinatie op een later tijdstip gecontroleerd kan worden. Wanneer er sprake is van monitoring is het gewenst het onderzoek te laten begeleiden door specialisten van de Zoogdiervereniging.
Bestanden
17.001 Zoogdiervereniging – Inventarisatie muizen met inloopvallen