17.507 Richtlijn Vleermuisonderzoek Soortmanagementplan (SMP)
Soort protocol
Onderzoeksmethode
Omschrijving protocol
SMP inventarisaties zijn gericht op het inventariseren van belangrijke (netwerk)structuren voor gebouwbewonende vleermuizen in een gebied, waaronder foerageergebieden, vliegroutes en verblijfplaatsen. Daarbij ligt de nadruk veelal op kraam-, mannengroep en (massa)winterverblijven in de bebouwde kom.
Dit protocol wordt gebruikt wanneer geen gebruik is gemaakt van de Richtlijn Vleermuisonderzoek Grote Gebieden. Indien gebruik gemaakt is van de Richtlijn Grote Gebieden, dient het bijbehorende protocol gebruikt te worden.
Omdat de inventarisaties gericht zijn op (belangrijke structuren van) het netwerk voor vleermuizen, kan er niet vanuit worden gegaan dat de ‘nulwaarnemingen’ harde nulwaarnemingen zijn voor de afwezigheid van soorten of alle typen verblijven of functies. Voor het bepalen van de aantallen dieren per verblijfplaats worden verschillende methoden gebruikt (afhankelijk van de precieze doelstellingen van het SMP en functie van het verblijf).
Handleidingen en formulieren worden per SMP door de uitvoerende organisaties (provincie/gemeente/woningcoöperatie) vastgesteld.
Waarnemers hebben kennis van geluid, ecologie en gedrag van vleermuizen nodig om een SMP inventarisatie uit te voeren. De eisen die aan waarnemers gesteld worden liggen (begin 2024) niet vast. Omdat gewerkt wordt met batdetectors/batloggers kunnen geluiden van algemene soorten op soort worden gedetermineerd. Sommige soorten zijn lastig op deze manier (op geluid) te determineren. Aanwezigheid van netwerkfuncties van specifieke soorten die afhankelijk zijn van kleinschalig landschap buiten de bebouwde kom kunnen niet worden uitgesloten.
Voor gedegen interpretatie dient altijd het onderliggende rapport met methode en resultatenbeschrijving behorende bij het SMP te worden geraadpleegd. Hierin wordt duidelijk over welke soorten/functies het in dit specifieke SMP gaat.