14.201 Monitoring van broedvogels
Soort protocol
Onderzoeksmethode
Omschrijving protocol
In je ‘eigen’ gebied rondlopen en het aantal territoria van broedvogels in kaart brengen. Dat is waar het BMP-project om gaat. Het project startte in 1984 en is gaandeweg uitgegroeid tot een aantal deelprojecten. Deze zijn toegesneden op alle soorten of juist een selectie van soorten. Ieder deelproject kent zijn eigen aanpak, maar de basis is dezelfde: telling van territoriale broedvogels in vast omlijnde telgebieden.
Doel
De jaarlijkse aantalsveranderingen vastleggen van vrijwel alle Nederlandse broedvogelsoorten (exclusief kolonievogels).
Werkwijze
De standaardmethode is de uitgebreide territoriumkartering.
- In een vastomlijnd gebied breng je de vogels in kaart die zich territoriaal gedragen of anderszins aangeven ter plaatse broedvogel te (kunnen) zijn. Dit gebeurt een aantal malen in de loop van het broedseizoen.
- Na afloop van het broedseizoen worden de waarnemingen volgens vaste criteria herleid tot aantallen territoria/broedparen per soort. Deze interpretatie vindt plaats met één druk op de knop via ‘autoclustering’ of handmatig, volgens de richtlijnen in de handleiding.
Bestanden
14.201 Handleiding Broedvogel Monitoring Project (2023)
Sovon BMP pagina